Twee schepen, zo vertelt een oud verhaal, zeilen over zee: het ene verlaat de haven, het andere loopt juist de haven binnen. Een feestgezelschap neemt vrolijk afscheid van de vertrekkende reizigers en begeleidt het schip dat begint aan zijn reis over zee met applaus en gejuich. Niemand schenkt aandacht aan het schip dat de haven binnenvaart. Een wijs en verstandig man die het tafereel heeft gadegeslagen zegt tegen degene die naast hem zit op een bankje aan de kade: "dit hier is de omgekeerde wereld: er wordt feest gevierd voor degenen die vertrekken, maar de mensen die terugkeren worden met onverschilligheid ontvangen. Arme dwazen! Vier liever feest vanwege het schip dat de reis behouden heeft voltooid en gered is uit de gevaren waaraan het blootgesteld is op zee; en hou je hart vast om het schip dat afvaart en de stormen en gevaren van de zee tegemoet zeilt."
Dat is, zo gaat het oude verhaal verder, zoals het dikwijls gaat onder de mensen: als er iemand geboren wordt, wordt er feest gevierd , en als iemand sterft wordt er getreurd. Maar zouden ze, als er iemand geboren wordt niet beter de Here God kunnen bidden om een behouden vaart in zijn of haar leven, want niemand weet of hij tegen de gevaren en bedreigingen van het leven bestand is. En zouden ze niet beter de Here God kunnen danken als er iemand na een voltooide levensreis sterft die een goede naam achterlaat?
Bij je geboorte, zo vatte de wijze man zijn gedachten samen, was jij de enige die huilde- alle anderen waren blij. Leef op zo'n manier dat het bij je sterven andersom is.
J.M.W.