Zoals ik al eens geschreven heb, wonen wij hier in Rockanje aan de Ommeloop, dus vlak bij het bos tussen de beide strandslagen in en in dat bos loop ik praktisch elke dag met mijn hond. Nu wil het geval, dat als je dat bos via het eerste pad inloopt, terecht komt in een stuk met hoge, slanke beuken (en wat eiken) die door hun bladerdek begroeiing op de grond onmogelijk maken doordat ze haast geen licht doorlaten. Nog maar kortgeleden waren die beukenbladeren haast allemaal afgevallen en vormden zo een dikke, egale laag van blad met een prachtige variatie aan gele en bruinige toetsen. Een bijkomend gevolg was dat de voetpaden ook in het geheel niet meer te zien waren.

Met een medewandelaar werden we zo op de eerste driesprong geconfronteerd met onzichtbare paden, wat gold voor zowel het smalle pad links af, als het brede pad recht door. Hoe nu door te gaan en welk pad nu te nemen?

Dat beeld deed mij en velen van u ongetwijfeld denken aan de nu niet meer zo gangbare beschrijving van een mensenleven, waarbij die mens kan/heeft te kiezen tussen de gemakkelijke brede weg, omgeven met (zondige) verlokkingen en de moeilijke, slecht begaanbare smalle weg die echter wel tot een bereide komst in hemelse zalen leidt, dit in tegenstelling tot de brede weg die tot verderf en ellende leidt. Geregeld zie je hier en daar nog wel eens oudere afbeeldingen van die beide wegen duidelijk weergegeven.

In mijn jeugd hadden we thuis een oud en beduimeld, uit elkaar liggend boekje liggen wat getiteld was: “Eens Christens reize naar de Eeuwigheid“ al in 1675 geschreven door de Engelse predikant John Bunyan en voor het eerst al in 1682 in het Nederlands vertaald. Latere vertalingen hadden in het Nederlands de titel “De Christenreis naar de Eeuwigheid”. Dit boekje/verhaal heeft een ongekende populariteit verworven en is achter de Bijbel en wellicht naast Thomas a Kempis’ “De Navolging van Christus“ een van de meest gelezen stichtelijke boekwerken geworden.

Ik denk dat in de PKN dit boekje (vaak gelezen als De Christenreis samen met het latere door Bunyan ook geschreven De Christinnereis) niet meer gelezen wordt. Werken van oude schrijvers zijn niet meer in trek bij ons. De omschrijving “oude schrijvers“ heeft in kerkelijke meer steilere kringen een speciale betekenis. Het gaat dan in z’n algemeenheid niet om schrijvers van lang geleden, maar om schrijvers, wel uit de 17e en 18e eeuw maar vaak van een piëtistische levensovertuiging waarvan de werken in bevindelijk/orthodox-gereformeerde kringen nog steeds worden gewaardeerd. John Bunyan kan ook onder deze schrijvers worden geschaard.

Wellicht hebt u ook wel eens gehoord van een andere best beroemde “oude“ schrijver, namelijk B(ernardus) Smytegeld, tussen 1665 en 1735 gereformeerd predikant in diverse plaatsen in Zeeland die vooral bekendheid, misschien wel roem of wellicht ook wel afkeer heeft verworven door zijn 145 stuks preken/overdenkingen over “Het gekrookte riet“ (zie Jesaja 42 vers 3: Het geknakte riet zal hij niet verbreken en…). Kom daar nog maar eens om!!

Genoeg over de oude schrijvers en ook genoeg over de smalle en brede weg (hoe waar die constante keuze ook voor ons nog steeds geldt). Op de afgelopen laatste zondag van het kerkelijk jaar stond er voorin de kerk een nieuw schilderij van Martha Woonink, voorstellend de weg ten leven, uitkomend bij een poort naar het in Openbaringen beschreven Nieuwe Jeruzalem. Na de preek en tijdens de collecte speelde organist Marinus van der Wal dan ook toepasselijk “Ik zie een poort wijd openstaan”. Met nu de eerste Advents zondagen weer achter ons richten wij ons dan ook op Kerst, op de komst van het licht en gelovend met een perspectief op dat Nieuwe Jeruzalem.

Gezegende kerstdagen en het nieuwe 2019!
Nico Hanemaayer