Ik ben, zoals ik al diverse malen heb door laten schemeren afkomstig uit een (synodaal) Gereformeerd gezin waarvan de beide ouders ook uit Rotterdamse gereformeerde families kwamen, die kerkten in Delftshaven in de zeer ruime, mooie kerk in de Tidemanstraat, pas in 1923 gebouwd met o.a. een pracht van een groot orgel – maar inmiddels al weer jaren geleden afgebroken. Zo gaan die dingen.

De ouders van mijn moeder (met de meisjesnaam Slot) waren dus ook gereformeerd en zijn – ik weet het niet precies en heb ook geen tijd om dat uit te zoeken – meest waarschijnlijk rond 1910 in het huwelijk getreden. Dat is dus 18 jaar na het ontstaan van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Toen zijn immers in 1892 onder leiding van de roemruchte A(braham) Kuyper de kerken uit de Afscheiding van 1834 en de kerken in 1886 bij de Doleantie uitgetreden, verenigd tot de Gereformeerde Kerken. Die kerken, al in 1834 uitgetreden maar niet toegetreden tot de nieuwe combinatie, bleven voortbestaan onder de naam Christelijk Gereformeerde Kerken.

Waarom beschrijf ik nog eens deze gebeurtenissen. Wel, alhoewel er onder Kuyper een samensmelting plaats vond, is de gereformeerde gezindte toch vooral bekend om haar neiging tot splitsen en weer splitsen enz. en volgens de familie overlevering blijkt iets van die splitsings-neiging respectievelijk het beter te weten dan de ander uit die grootouders van mij van moederskant die namelijk elkaar bij woordenwisseling of dergelijke elkaar verweten dat ze stamden uit de A-kerken dan wel uit de B-kerken, waarbij met de ene categorie de ex-Afscheidingskerken werden bedoeld en met de andere de ex-Doleantie kerken (of andersom). Ongetwijfeld speelde op de achtergrond daarbij mee, dat de ene de ander niet zuiver genoeg op de graat vond. Ik weet niet wie van hen bij welke groep behoorde, maar dat doet er ook niet (meer) toe.
Ik heb, volgens mijn echtgenote, de vervelende gewoonte om niets of in ieder geval nauwelijks iets weg te (kunnen) gooien, maar die gewoonte heeft er wel toe geleid dat ik van die opa van moeders kant diverse oude, vrome en stichtelijke geschriftjes, boekjes e.d. heb kunnen bewaren. In een van mijn eerdere overdenkingen maakte ik zo dan ook al gewag van “Eens Christen reize naar de Eeuwigheid “ van John Bunyan.

Onder de andere geschriften/boekjes (alhoewel het vaak gaat om slechts wat losse bladzijden) vond ik ook een dun geschriftje met gebeden voor allerlei momenten (voor jeugdigen?) en ik wil 3 daarvan u niet onthouden.

Allereerst een morgengebed:

Weder doet gij, liefderijke Hemelvader! mij gezond en
versterkt ontwaken. Ik dank U voor Uwe goedheid, laat mij die toch nooit vergeten: maar moge mijn gedrag altijd zoodanig wezen, dat mijne Ouders en Onderwijzers over mij tevreden zijn. Amen

Een gebed na het eten:

Gij Vader! Zoo oneindig goed,
Gij hebt mij weer verkwikt, gevoed,
Uw naam zij luid geprezen!
O blijf zo liefdrijk jegens mij,
En geef, dat ik U dankbaar zij,
En altijd braaf moog wezen! Amen

Tenslotte nog een gebed bij het inkomen in de kerk/een consistoriegebed?:

Heilige God! In dit bedehuis in Uwen naam vergaderd,
smeeken wij U om Uwen zegen.
Verleen ons de noodige aandacht, als wij van U en
Uwen lieven Zoon hooren spreken; laat ons bij gebed
en gezang met eerbied vervuld zijn, en laat de indrukken,
welke hier op ons hart gemaakt worden, levendig en
duurzaam zijn. Amen

Frappant is dat, als je de woordkeuze en het woordgebruik vergeet, deze gebeden zo weer zouden kunnen gebruiken, ondanks dat we vaak tegen elkaar zeggen: Ja, ja, maar zo geloven wij niet meer of meer van soortgelijke uitspraken.

Waarom dit verhaal? Om nog eens duidelijk te maken dat er niets nieuws onder de zon is en omdat we niet moeten/mogen (Prediker 7: 10!) denken dat vroeger alles beter was. Elke tijd heeft zijn eigen kenmerken, ook op geloofsgebied en dit alles is denk ik heel belangrijk om in het oog te houden als we met vallen en opstaan en met kleine stapjes, werken aan niet alleen een goede sfeer in onze eigen kerk/gemeente maar ook, zelfs wellicht nog meer, aan de samenwerking met onze geloofsgenoten in de, nu vanuit de Welkomkerk nauwelijks meer zichtbare Dorpskerk (eeuwen geleden gewijd aan de apostel Johannes). Ik hoop vurig dat die nieuwe visuele barrière niet kenmerkend wordt voor die samenwerking!! In dat spoor dus verder (Filippenzen 3:16)!

Nico Hanemaayer

gevouwen handen