Op de groothuisbezoeken van afgelopen maand hebben we gesproken over de kracht van het lied en van muziek. We hoorden diverse voorbeelden van mensen die door een gezongen tekst of door een stuk muziek aangeraakt worden en hoe ze zich daardoor gedragen kunnen weten door vleugels van God zelf (gezang 910).
In deze weken voor Pasen wordt er heel wat afgezongen, vooral in de laatste week voordat het grote feest aanbreekt. Verschillende "Passionen" wordt uitgevoerd. Beroemde solisten zingen de ene na de andere aria. Koren reizen van stad tot stad om daar "de Matthäus" op te luisteren. Intussen zouden we het meest bijzondere haast vergeten: Christus zelf heeft in Zijn lijdensweek ook gezongen. Nee, niet als geoefend solist, niet begeleid door een groot koor en orkest. Niet in een grote kathedraal of een concertgebouw. Maar in een zaaltje in Jeruzalem. Hij zingt er samen met zijn leerlingen een paar psalmen. Het is, bij mijn weten, de enige keer dat er in de bijbel te lezen valt dat Jezus zingt. Je moet daar natuurlijk meteen aan toe voegen dat de evangelisten voortdurend door hun manier van schrijven benadrukken dat Christus zijn hele leven heeft geleefd vanuit de psalmen en er ook mee is gestorven. Tot aan zijn laatste adem blijven psalmwoorden Christus vergezellen en dragen Hem op vleugels, denk maar aan het "Vader, vergeef hun"...(psalm 141). "Mijn God, waarom..."(psalm 22), "Vader, in Uw handen..." (psalm 31). Maar nadat Hij met Zijn leerlingen het laatste Paasmaal gegeten heeft lezen we: "en toen zij de lofzang gezongen hadden vertrokken zij naar de Olijfberg"(Markus 14, vers 26). Die lofzang was- en is- een vast onderdeel van de liturgie van de pascha-viering, bestaande uit de psalm 113 tot en met 118. Deze liederen werden tijdens en na afloop van de maaltijd gezongen. Stel het u even voor: Jezus die brood en beker opheft en dan psalm 116 inzet: "banden van de dood hadden mij omvangen, angsten van het dodenrijk mij aangegrepen." Zijn stem zal toch even gestokt hebben, denk je dan. Even later klinkt psalm 117. Terwijl iedereen Hem de rug toekeert en ook zijn leerlingen Hem straks allemaal zullen verlaten zingt Hij al: Looft de Here, alle volken. En vlak voordat ze de nacht ingaan, met de worsteling in Gethsemane, het verraad en de veroorde-ling heel dichtbij, zegt Hij tegen zijn leerlingen: laten wij deze paasmaaltijd nu besluiten met psalm 118: "Ik zal niet sterven maar leven en de daden van de Here vertellen." Je zou denken: nee, dat vers nu maar niet. Nu past toch een andere psalm beter. "Uit de diepte roep ik tot u" bijvoorbeeld. Maar, zoals één van onze liedboekdichters, Willem Barnard, ooit zei: er zijn tijden dat je je geloof uit zingt, maar ook tijden dat je het in zingt, naar binnen zingt. Als wij dus bij een vers wat we zingen misschien wel eens aarzelen (nee, dit kan ik nu niet zingen, dat red ik niet).. dan zullen wij aan de zingende Jezus denken wiens lofzang ons doet zingen: "'k zal Zijn lof zelfs in de nacht, zingen daar in Hem verwacht." We houden de lofzang gaande, want Jezus zong voor ons en Jezus zong ons voor.

J.M.W.