Rond de wisseling van oktober en november vallen drie gedenkdagen van de christelijke kerk achter elkaar. De eerste (en jongste van de drie) is op 31 oktober, hervormingsdag, de dag waarop –over twee jaar 500 jaar geleden- Luther’s reformatie van de oude kerk van Rome begon. Vervolgens is het dan op 1 november in de roomse kerk Allerheiligen. De viering van de avond vóórafgaand aan Allerheiligen- op zijn Engels wordt dat “All Hallows Eve”, afgekort tot Halloween- mag zich de laatste jaren verheugen in een toenemende populariteit, waarbij overigens de meeste vierders denk ik, geen idee hebben waar de naam en het gebruik vandaan komt. Allerheiligen is een feest wat sinds de 9e eeuw wordt gevierd (paus Gregorius de vierde stelde het in) en zou je het familiefeest van de kerk kunnen noemen. Alle heiligen, d.w.z. alle mensen die in de loop van de eeuwen ons tot voorbeeld strekken, die ons inspireren - alle heiligen zeggen ons op dit feest: niet het graf is het einde maar de gemeenschap met- en de geborgenheid in de levende God. Vandaar dat direct na Allerheiligen een dag later, op 2 november, Allerzielen wordt gevierd, de dag waarop in de traditie van de oude kerk de gestorvenen worden herdacht.
In het verleden werden deze gedenkdagen verre van elkaar gehouden. In de roomse kerk was er weinig oog voor dat de reformatorische traditie van Luther en Calvijn op z’n minst een belangrijk en waardevol gedeelte van de christelijke kerk vertegenwoordigt. En omgekeerd moesten protestanten niets hebben van het gedenken van heiligen—dat werd door stoere calvinisten (erg kort door de bocht) nog wel eens afgedaan als ‘paapse poppenkast’, en dat terwijl toch niemand minder dan de apostel Paulus in zijn brieven gewone gemeenteleden in Rome of Corinthië heel vaak aanspreekt als ‘heiligen’.

Inmiddels zijn de tijden veranderd. Op ons mooie eiland Voorne zijn er een paar protestantse kerken die de gestorvenen volgens de roomse traditie gedenken op de eerste zondag in november en niet meer zoals de meeste protestantse kerken dat (in de lutherse traditie) doen op de laatste zondag van het kerkelijk jaar, vlak voordat de advent begint. En…. in lied 737 uit ons liedboek, geschreven voor de voleindingszondag, staan Luther en alle heiligen onbekommerd samen bij elkaar. Dichter Willem Barnard laat in het lied zijn fantasie de vrije loop als hij het visioen van het nieuw Jeruzalem bezingt en hij schrijft over de heiligen die in het licht staan en onder die heiligen is ook Luther: “en Luther zingt er als een zwaan…( couplet 18)”. Die zwaan heeft niet zozeer met Luther’s stemgeluid te maken maar met één van de voorlopers van de grote reformator—Johannes Hus uit Tsjechie. ‘Hus’ betekent gans en volgens de legende moet Johannes Hus op de brandstapel (waartoe hij vanwege vermeende ketterij was veroordeeld) gezegd hebben: jullie kunnen mij wel doden, maar na mij, na deze “gans” zal er een zwaan komen. Daarom staat er bovenop vele kerken in Duitsland een zwaan, als beeld van het lutheranisme. Op 22 november(we houden ons maar aan de lutherse traditie) zullen wij, als wij onze gestorvenen gedenken voor- en samen met alle heiligen dat oude gebed bidden: God bron van alle leven, wij gedenken vandaag hen die ons zijn voorgegaan; zij leven verder in ons hart en maken deel uit van onze dagen. Wij vertrouwen erop dat zij ook voorgoed in Uw hart leven. Met hen verbonden vragen wij: behoed ons, geef ons de kracht om met hen en met U onze weg te vervolgen, en wees Gij zelf onze toekomst. Amen

J.M.W.