Een onbekende auteur schreef ooit zijn geloven in God op in de vorm van een denkbeeldig interview, dat hij met de Eeuwige had. Onlangs kwam ik in een map met bewaar-knipsels de tekst weer tegen. Het gesprek gaat als volgt:
“Kom erin” begroette God mij. “Jij wilt dus een interview met Mij hebben?”
“Als u daar tijd voor hebt, graag” antwoordde ik. God begon te lachen. “Mijn tijd wordt eeuwigheid genoemd en er is altijd genoeg te doen, van alles en nog wat; maar wat wil je Mij eigenlijk vragen?”
“Mijn eerste vraag is waarover U het meest verbaasd bent, als U aan de mensen denkt.”
God moest even nadenken en zei toen: “Wat Mij het meest verbaast, is dat het de mensen zo gauw verveelt om kind te zijn. Dat ze zoveel haast hebben om volwassen te worden en vervolgens voortdurend weer terug verlangen naar hun kinderjaren. Dat ze bereid zijn hun gezondheid te verliezen om geld te verdienen en vervolgens hun geld kwijtraken om hun gezondheid weer te herstellen. Dat ze zich zoveel zorgen maken over de toekomst en daardoor vergeten dat ze nu leven, met als gevolg dat ze nu geen leven hebben maar ook in de toekomst niet. Dat ze leven alsof ze nooit zullen sterven en dat ze sterven alsof ze nooit geleefd hebben.”
God nam mijn handen in de Zijne, we zwegen allebei, diep in gedachten. Na een poos zei ik: “Mag ik U nog een vraag stellen? Stel, U bent onze vader of moeder. Wat zou U uw kinderen vragen te doen?” Er verscheen een glimlach op Gods gezicht en Hij antwoordde: “Ik zou mijn kinderen vragen, te begrijpen, dat ze er nooit voor kunnen zorgen dat iedereen van hen houdt. Wat ze wel kunnen doen is zich openstellen voor de liefde van anderen. Ik zou willen, dat ze zouden leren inzien, dat het jaren kost om vertrouwen op te bouwen en dat het niet meer dan enkele seconden hoeft te duren om dat vertrouwen te vernietigen. Dat hetgeen wat zij hebben niet het meest waardevolle in hun leven is, maar wie ze hebben. Niet degene die het meeste heeft is rijk, maar degene die het minste nodig heeft. Ik vind dat mijn kinderen moeten leren hun gewoontes en neigingen onder controle te houden, anders gaan die gewoontes en neigingen hen beheersen. Ze moeten leren, dat het maar enkele seconden kost om oude, diepe wonden open te rijten bij mensen van wie ze houden en dat het vele jaren kost, om die wonden weer te helen. Ze moeten begrijpen, dat er mensen zijn die erg veel van hen houden maar die niet in staat zijn, om deze gevoelens ook te tonen. Ze moeten leren, dat het heel begrijpelijk is, dat ze op een gegeven moment kwaad en woedend kunnen zijn, maar dat dit hun niet het recht geeft om anderen woedend te maken. Zij moeten leren, dat ze oogsten wat ze zaaien. Wanneer ze roddel zaaien, zullen ze intriges oogsten; wanneer ze liefde zaaien zullen ze geluk oogsten. Ze moeten leren, dat het niet voldoende is wanneer anderen hen vergeven, maar dat ze ook in staat moeten zijn om zichzelf te vergeven. Ze moeten leren, dat ze de baas zijn over wat ze vóór zich houden en slaaf zijn van datgene wat ze vertellen. Ze moeten leren, dat ze eerlijk zijn tegenover zichzelf, zonder op de consequenties te letten. Ze moeten leren, dat twee mensen naar hetzelfde kunnen kijken en twee totaal verschillende dingen kunnen zien. Hoewel het woord ’liefde’ veel verschillende betekenissen heeft, verliest het elke betekenis wanneer het woord overdreven gebruikt wordt. Ze moeten leren, dat het ware geluk niet ligt in het bereiken wat je wilt, maar in tevreden zijn met wat je bereikt hebt. Ze moeten leren, dat je het ware geluk alleen vindt als je de ander, ongeacht zijn geloof of afkomst, onvoorwaardelijk accepteert en respecteert. Dan zal er vrede op aarde zijn, voor mensen van Mijn welbehagen.”

J.M.W.