Wellicht zijn er onder u die weten dat Cobi en ik ons gelukkig prijzen aan de mooie Ommeloop te wonen (misschien wel de mooiste straat hier in Rockanje). Dan heeft u misschien ook wel gezien dat onze (voor)tuin een zogenaamde heemtuin is. Alles is redelijk dicht begroeid en geschoffeld wordt er niet of nauwelijks. Die aanpak houdt ook in dat er geregeld nieuwe bloemen, struiken of zelfs bomen opgroeien die zomaar zijn komen aanwaaien en daar zitten vaak leuke verrassingen bij.

Zo trof ik laatst onder de heg een plant met wit gestreepte groene bladeren aan die al vroeg in de winter opkwam en nu staat te bloeien met een staaf oranje bessen, een aronskelk.

Een andere aanwaaier in/onder de heg betrof een plant met grote groene bladeren die bloeide met kaarsvormige witte bloempjes die in de zomer veranderden in diep rode haast purper kleurige bessen (die door vogels worden opgegeten). Een bevriende kenner wist ons nog niet eens zo lang geleden te vertellen dat het hier ging om de (oosterse) karmozijn bes. In vroegere tijden werden deze bessen gebruikt om de rood roze verfstof karmozijn te maken. Leuk om weer eens wat te leren, zeker omdat het woord karmozijn me niet onbekend in de oren klonk.

Na enig peinzen wist ik het weer:
Het woord karmozijn kwam voor in een uit Jesaja 1 afkomstige genadeverkondiging zoals we die vroeger haast elke zondag hoorden, namelijk in vers 18:
(Komt toch en laat ons tezamen richten, zegt de Here) al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw; al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol.

Ik kan me niet heugen een genadeverkondiging als deze de laatste jaren in onze kerken te hebben gehoord; trouwens de wet zelf wordt praktisch ook nooit meer voorgelezen. Is dat een (ernstig) verlies of verschraling of wellicht zelfs een principiële koersverandering? Op die vraag geef ik liever geen antwoord respectievelijk kan ik geen antwoord geven. Wel is duidelijk dat het in algemene zin te maken heeft met het feit dat het in deze genadeverkondiging gebruikte woord ‘zonde’ ook geen woord is waar we nog veel over praten en waarover we nog veel horen. Het begrip zonde’ lijkt grotendeels zo niet geheel uit onze geloofsbelevenis verdwenen te zijn. Het is nu eigenlijk altijd en alleen: ‘Ga met God en Hij zal met je zijn’.

In de door mij in de tweede helft van de jaren vijftig in Den Haag gevolgde catechisatie gaf onze toenmalige predikant (Ds. Roos) voor het begrip ‘zonde’ de volgende verklaring: ‘Het gaat om de ‘R’. Alles wat je doet zondeR God is zonde’. Deze wel heel gemakkelijke verklaring heb ik daarom dan ook nooit vergeten maar die heeft me trouwens ook nooit benauwd of heb ik zorgwekkend gevonden. Voor zover ik bij mijn contacten in onze kerk en ook in andere soortgelijke kerken kan nagaan ben ik daarin geen uitzondering. In tegendeel: De vaste trits van
a) zonde/verkeerd doen, b) berouw hebben/tonen en
c) om genade bidden/die krijgen is als hierboven beschreven uit onze geloofsbelevenis/ons geloof (in ieder geval uiterlijk/waarneembaar) verdwenen. Ik wil en kan aan die constatering geen waardeoordeel geven, maar is het wellicht een goed idee om e.e.a. eens met elkaar op bijvoorbeeld een groot-huisbezoek nader te onderzoeken en te bespreken? Ik hoor graag wat u daarvan vindt.

Nog een laatste opmerking verband houdend met ‘aanwaaiers’. Deze naar ik meen niet officiële term wordt ook nog wel eens voor ander zaken of begrippen gebruikt. Zo oordeelde mijn moeder vroeger als zij het over begaafde leerlingen had dat het (dus kennis) hen wel (gemakkelijk) aanwaaide/was aangewaaid. Ook een (nieuw) idee of zelfs een bevlieging kan je zo aanwaaien en zo’n nieuw idee of plan of iets dergelijks kan zowel qua aanzet en/of qua uitwerking positief of negatief zijn/uitwerken. Dat maakt de cirkel met ‘zonde’ zoals hierboven kort aangeroerd, weer rond. Komt die zonde uit ons zelf of is die ons (van waar dan ook?) aangewaaid of wellicht zoals we ook in de Bijbel kunnen lezen door iets als de duivel aangedaan? Kortom, nog meer stof tot nadenken, praten en onderzoek/onderricht.

 

Nico Hanemaayer